We zochten het redelijk verse CDA raadslid op in zijn ‘domein’ Ermelo-West. Als er iemand de afgelopen jaren heeft gesjouwd! Aan de route van zaaltje in de kerk voor de Parasol naar De Vleugel, het ontmoetingscentrum van West naast de Westerkerk, heeft hij een beste steen bijgedragen. Tróts is hij op de organisatie, de vrijwilligers en op de rol die ze spelen in West. “Zag je ze? Bezoekers zijn aan het jeu de boulen, hier rond de kerk liggen een paar banen!” En: “Wekelijks hebben we wijkmaaltijden waar allerlei mensen samenkomen en elkaar ontmoeten”.
Ad vertelt dat De Vleugel een bedrag aan huur betaalt aan de Hervormde Gemeente, die bij de realisatie van het Ontmoetingscentrum een grotere duit in het zakje deed dan eerder was bedacht maar dat ze verder financieel onafhankelijk zijn. Ze kregen wat geld uit het niet gerealiseerde steunpunt dat op de plek van De Leemkuul bedacht was, de Provincie deed een beste duit in het zakje vanuit een Leefbaarheidsfonds, Rabo, VSB-fonds en Stichting Doen gaven geld. Met de opbrengsten van zaalverhuur en dankzij zo’n 40 vrijwilligers kunnen zij De Vleugel laten draaien. Knap.
“Het is het gevolg van een keuze. Je kunt wel een professional neerzetten voor veel geld die dan allerlei dingen doet maar ik heb liever 1000 euro per buurtje waar specifiek iets mee gedaan wordt en je hoopt dat de ene mens de ander dan voortrekt.”.
Proeftuin GezondVeluwe
Trots is hij ook dat ze een proeftuin worden voor toekomstbestendige zorg. Zulke proeftuinen zijn er overal, hij noemt Oldebroek waar de nadruk ligt op samenleving en leefbaarheid. In het geval van Ermelo is de proeftuin gericht op preventieve zorg en initiatieven die daarbij helpen.
Zulke proeftuinen komen in deze regio bij GezondVeluwe vandaan, een samenwerking van allerlei zorgdisciplines. Het geeft De Vleugel de mogelijkheid te experimenteren en bij te dragen aan het welzijn van mensen in West. “Als we signaleren dat het mis gaat en vooraf al kunnen ingrijpen, dan is er ook eerder een oplossing. Dat is goedkoper dan het probleem groot te laten worden. Geld dat hierdoor bespaard wordt komt ten goede aan mensen die intensievere zorg nodig hebben.”
Het heeft wel wat, deze laagdrempelige voorziening waar iedereen welkom is. Een vrijwilliger zet vogelvoerplankjes en huisjes op de tafeltjes in de hal. Kunstige werkjes van hout met pinda’s, vet en een prijskaartje van een paar euro. “Mogen die hier staan?” vraagt ze. “Het prijskaartje zit nog wel op?” is de reactie van De Kort.
Op de vraag of West vergrijst reageert hij met “Er zijn 1.155 mensen van boven de 65 in West, acht jaar geleden waren er dat 850, dus veel meer ouderen maar qua leeftijdsopbouw zijn de jonge gezinnen goed vertegenwoordigd”. Volgens allecijfers.nl heeft 22% van de groep 65+ één of meer lichamelijke beperkingen.
Thuis in de Vleugel
De Kort is thuis in De Vleugel. Hij weet waar de sleutels liggen, tovert een theelepel uit een lade, dirigeert een huurder naar de juiste zaal, staat klaar met heet water en een thermoskan en zegt: “Het loopt, ik hoef hier niet altijd te zijn.” Dat antwoord kwam na de vraag of hij naast het raadslidmaatschap nog wel tijd heeft voor West. “Er zitten 24 uur in een dag, gaat prima.” Na enig doorvragen: “Het is druk, kan zijn dat het nu wat langzamer gaat, maar het gebeurt wél!”
“Ik moét dit doen. Ik heb het van mijn vader, die was ook zo. Ik lijk als twee druppels water op hem, met wat handigheid van mijn moeder. Van haar heb ik die twee rechterhanden.”
Samenhangend beleid maken
Het raadslidmaatschap zelf is wennen. Hij leert nu de mensen kennen en waarderen. “Ondanks wat er vaak in de krant staat, dit is een goeie club mensen hoor en ze kunnen samenwerken!” Na een paar maanden ontstaat ook een beeld van de gemeentelijk organisatie. “Het is een netwerkgemeente” zegt hij “maar dat komt anders uit de verf. Iedereen werkt een beetje op zichzelf, er zijn geen leidende of sturende en beoordelende figuren”.
Wij vragen of hij daarmee wellicht ook het gebrek aan integraal beleid bedoelt, bijvoorbeeld dat er nog niet gebouwd wordt op Calluna terwijl de Zanderij al een paar jaar in ontwikkeling is. Die tijd had gebruikt kunnen worden voor de voorbereiding van woningbouw in plaats van dat men nu pas begint met denken. Hij geeft in eerste instantie niet eens een antwoord maar leunt over de tafel en schudt de hand. “Ik denk er precies zo over.”
Vooruitdenken
Iets eerder zei de Kort dat het tijd wordt dat we als dorp een stip op de horizon gaan zetten, een doel om naar toe te werken. Niet alleen voor woningbouw maar ook voor voorzieningen, stroomnetcongestie, winkels, wegen, infrastructuur, zorg, buitengebied, industrieterrein. Hij negeert mijn bedenkelijk gezicht bij dat Eco-park en vindt de huidige plannen voor het Hart van Horst “nu nog niet compleet en er moet nog aan gewerkt worden. Het kan maar zo zijn dat de inzichten over een jaar heel anders liggen.”
Ontdek meer van DE ERMELOSCHE COURANT - Wij zijn Ermelo
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.