Het centrum van Ermelo glimt grijs onder de motregen, een enkeling haalt het net voordat om 11 uur het voetgangersgebied voor fietsers dicht gaat, de laatste vrachtwagen piept in zijn achteruit door de straat. Het lijkt normaal maar er is iets veranderd sinds half oktober.

Het is stiller, de omzetten zakken in en winkeliers kijken ongerust naar de lege straat. De drukte van september en begin oktober is nog niet teruggekeerd.

We deden een rondje door het dorp met dezelfde vraag: “hoe is het met je omzet?”. Bijna overal kregen we hetzelfde antwoord: “minder”. Het is niet persé een Ermelo’s verschijnsel. Afgelopen week meldde het journaal al dat landelijk de pintransacties in aantal zijn gedaald.

“Heeft u ook Black Friday acties?” vraagt men, om weg te lopen als dat niet het geval blijkt te zijn. Black Friday duurt inmiddels een hele maand en geld kan je maar één keer uitgeven. Koop je je cadeau’s voor de Sint online, dan kom je niet meer in de winkel. Zou een oorzaak kunnen zijn maar Primera en Elementa merken het ook en zij verkopen oplossingen. “De loop is eruit.”

“Doen we te weinig, zijn er voldoende redenen voor mensen om naar het dorp te komen?” vraagt men zich af. “Moet iedereen bij de koopavond dan weer open?”

Zijn er geen klanten in het dorp dan heeft zo’n avond weinig zin, die verschuiving is jaren geleden al ingezet. Door de week rond drie uur nog een golfje, na vier uur / half vijf is het vaak wel klaar. Winkels zie je daardoor dan eerder sluiten al zweert Van Bennekom van de Hema bij haar vaste tijden, van 8 tot 18.00 uur.

Zit er verschil tussen food en non-food? Erik Wegerif, van De Bourgondiër, denkt van wel. “Wij zijn ‘dagelijks’.” De delicatessenman zit samen met groentenboer, de slager, de bloemenwinkel en de bakker in de compacte Enk. Ideaal voor die dagelijkse boodschappen. “Wij hebben geen last van internet, hè.”