Parkeren. Een derde lijkt doorgaans beschikbaar

Binnenkort verschijnt de Parkeernota en daarvoor was onderzoek nodig. Een gemeente stuurt op objectiviteit, niet op anekdotes. Parkeeronderzoeken worden vaak uitgevoerd door Mobycon, een bureau dat aan benchmarking gewaagd is. Ofwel: hun metingen kloppen. De meting in Ermelo wijst grofweg uit dat we niet boven de 68% bezetting uitkomen.

Brieven van bewoners, aanvragen voor parkeerplekken, klachten. Een inwoner met een auto en parkeerbehoefte heeft geen weet van Mobycon en kan de auto niet kwijt. Hij denkt over die 68% heel anders.

Maandagmorgen 17 februari om half tien was de Markt voor haar doen leeg, de meeste maandagen staat het rond die tijd ramvol. Is Ermelo al op vakantie? Ga je meten dan zegt ie “50% bezet”. Dat getal past niet bij de beleving van de parkeerster die begin januari haar auto kwijt wilde. Meet je op een ander moment, bijvoorbeeld op donderdagmorgen in december, dan verschilt de situatie weer.

Het meetmoment van Mobycon was op verschillende dagen tussen 17 augustus en 5 september 2024, op een zaterdag, dinsdag, een woensdag met donderdag de 5e als laatste. Ermelo zelf was deels nog op vakantie, die liep tot 25 augustus en de ervaring leert dat ze een week voor de tijd terug zijn maar ook dat ze dan nog niet in het dorp rondlopen. Als men er wel komt is de fiets het favoriete vervoermiddel.

Op een dinsdag in de vakantie rondom de braderie een onderzoek doen levert sowieso een abnormaal beeld op. De parkeerdruk op 20 augustus was alsnog 60% en daarmee scoorde die dag het hoogst. De reden was inderdaad de braderie maar ook dat het pijpenstelen regende. Die dag zegt niet zoveel.

Ermeloërs accepteren het in de zomer. We wéten dat er meer toeristen zijn dus ook inwoners komen op de fiets. Neem een druilerige dag in november of een vrieskoude eind januari en je krijgt Ermelose data. Niet onderzocht.

Als “Centrum Ermelo” wordt het gebied aangeduid, met enkele ‘schillen’ die een eindje verder weg liggen (Eikenlaan, Hanengewei, Kampvelderweg). Nogal gevarieerd en qua ‘schillen’ buiten de route. Kijken in West of op de Steijnlaan ligt niet voor de hand als je wilt weten hoe de parkeerdruk in het centrum is, het onderzoek in die wijken zal een ander doel gediend hebben.

Optellend en aftrekkend meldt het rapport desondanks stellig dat Ermelo in zijn geheel niet boven de 68% parkeerdruk uitkomt. Op de Lijsterlaan ver weg in West na dan, die scoort ’s avonds en ’s nachts 75%. Ook verklaarbaar. Daar slapen mensen en parkeert men de wagen langs de weg.

Bewoners rondom de Weegakker, waar het onderwerp beleefd wordt, stuurden onlangs een brief over hun parkeerdruk. De afgelopen jaren is er flink gebouwd, al die mensen hebben een plekje nodig. De buurt is er niet gerust op. Ga je uit van een wandeling van maximaal 200 meter naar je auto dan kan je ‘m altijd op de Groeneweg kwijt maar in het onderzoek is Weegakker e.o verder niet apart meegenomen. Ook is niet duidelijk hoe goed of slecht men er ter been is.

Voor bewoners gelden andere normen dan voor passanten en boodschappendoeners. De laatsten komen uit West of Oost even langs, de centrumbewoner sjouwt zijn kratje bier en de boodschappen van de Groeneweg naar Stationsstraat 83.

Meet je de oostelijke Stationsstraat (vanaf ‘de Rabo’ naar de AH) op een marktdag dan kan er nog prima een auto bij. Concentreer je je op de Bree, de Chevallierlaan en de Dr. Holtropstraat dan staat het vol. Zoek je alsnog een plek om naar de Markt te gaan dan voelt het als hinder. Het ontbreken van een bredere inventarisatie, ook in herfst en winter, lijkt er niet voor te zorgen dat dit onderzoek in de Ermelose situatie van alle dag een kwalitatieve rol speelt. Het antwoord dat je krijgt hangt af van de onderzoeksvraag die je stelt.

Contractuele verplichtingen dwingen de gemeente om eventueel meer dan de geplande parkeerplaatsen te bouwen op de Markt. Wellicht ziet men er nu van af. Het past immers volgens de cijfers en Ermelo wil wel een beetje minder auto. “Stappen, trappen en dan pas auto”. Lopen en fiets heeft de voorkeur. Het blik neemt echter toe in omvang. Ooit had men geen of één auto. Tegenwoordig hebben tweepersoonshuishoudens er twee, het derde toevallig nog inwonende kind ook eentje.

Wij putten uit anekdotes, uit eigen ervaring en een dagelijks beeld van de Stationsstraat. Als een onderzoek niet aansluit bij de ervaring van inwoners, zijn inwoners dan slecht geïnformeerd? De wereld verandert bovendien. Harderwijk voert binnenkort betaald parkeren in en dan ziet de situatie er weer anders uit. Dát was geen onderzoeksvraag, er is dan ook geen beeld van de te verwachten impact.

De onderzoeksresultaten uit dit rapport worden meegenomen in de Parkeernota. Wethouder Ronald van Veen geeft aan dat ook subjectieve beleving een plek krijgt. De norm is echter het rapport van Mobycon.