Dit artikel gaat over de invloed van 21 raadsleden op het besluitvormingsproces. Voordat we daaraan toekomen geven we je een rondleiding door het vergadercircuit.
Raadsvergaderingen zijn er in soorten. De beeld- en oordeelsvormende Politieke Tafels, vroeger noemden we die commissies, en de Raadsvergadering zélf. Tafels worden bevolkt door de fractiespecialisten, tijdens de Raad is iedereen erbij. In die raadsvergadering worden uiteindelijk de besluiten genomen, en uiteraard wordt er gestemd.
Tafels hebben minder impact en exposure. Meestal zitten er tussen de tien en veertien mensen. Zij bekijken het onderwerp, vragen om informatie en besluiten op een gegeven moment dat het onderwerp naar de Raad mag. Je kunt er bovendien wel eens een domme vraag stellen.
Geen samenvatting van het voorgaande
Met de informatie uit de tafels wordt in de fracties iets gedaan zodat men tijdens de Raad beslagen ten ijs komt. Als moties of amendementen onderdeel worden van de beraadslagingen is het géén hamerstuk en wordt er in de Raad over gedebatteerd.
Het proces van die Politieke Tafels lijkt tijdens zo’n raadsvergadering dan weer geen rol te spelen. Er wordt bijvoorbeeld geen samenvatting gegeven van wat aan de tafels heeft plaatsgevonden.
Hoorde je tijdens de tafels de fractieleden en -vertegenwoordigers vrijuit spreken, het onderwerp begint tijdens de Raad gewoon weer opnieuw, inclusief meningen, teksten en standpunten die uitleggen hoe het volgens de sprekers moet. Saillant verschil is dat in de ‘grote’ Raadsvergadering doorgaans andere mensen spreken dan tijdens de tafels. Regelmatig nemen de fractievoorzitters het over.
Andere mensen aan het woord
Hoe mooi Henri Luitjes kan denken, hoe hard Cor Louwerse heeft gepuzzeld op zijn tekst en hoe fraai Liesbeth Urbach de snik in haar stem vouwt, fracties bestaan uit meerdere mensen. Die lui zitten er lange avonden stil bij en brengen aan het eind een stem uit.
Nero de Boer, CDA, is zeker een half jaar niet aan het woord geweest, Marjan van Noort heeft één keer iets gezegd, Ad de Kort is al een tijdje rustig. Na drie vergaderingen is er voor Van Diest nog geen zicht op een maidenspeech.
De spreektijd van fractievoorzitter Louwerse hebben we niet gemeten maar hij is vrijwel elke avond veel aan het woord.
John Dooijewaard, EenErmelo, had zijn laatste spreek een paar vergaderingen geleden. Van Alies Vrijhof hoorden we dit seizoen twee keer iets, buiten het debat om. Ab Al-Qas werkt zich naar voren, hem horen we vaker maar alsnog is Luitjes doorgaans de woordvoerder bij EE, met Garritsen als goede tweede.
CU spreekt vooral via Liesbeth Urbach al hebben haar collega’s Hofman en Van Den Broek hun onderwerpen. Han van HEE22 heeft een eenmansfractie dus dat is logisch, Pieter Stam van de SGP hoor je vaker dan René Heij.
Progressief Ermelo stuurt Evelien naar voren maar Bert Visser is altijd aanwezig. René Arts is buitencategorie, hij is er altijd bij en anders zorgt-ie voor een nabrander. Bij de VVD verdelen Herma van der Weide en Gert-Jan Brouwer het toneel min of meer gelijk.
Moet je er elke twee weken zitten dan zijn het lange avonden, soms zelfs zonder biertje achteraf ‘want het duurde weer te lang’. Wat hebben zij eraan en wat kan Ermelo er mee?
Fractieberaad en dan?
Tijdens fractieberaad op maandag wordt besloten wat de partijen tijdens de Raad doen, en wat de inbreng van een ieder is. Je zou zeggen dat de rollen verdeeld worden en de spreektijd wordt ingedeeld. In de praktijk lijkt er een mores te zijn ontstaan waardoor raadsleden wegduiken, of weggedrukt worden. Je hoort dan achteraf: “Wel fijn dat hij dit zei”. Maar dat wist het fractielid vooraf niet.
Hoe voelt dat?
Wij vroegen een vertrokken gemeenteraadslid om een reactie op ons conceptartikel. Hij/Zij reageert: “Ik herken me grotendeels in je verhaal. De mogelijke nuance zit ‘m in de ‘politieke gevoeligheid’ van thema’s die in de raad worden besproken. Alles wat naar de raad gaat als bespreekstuk wordt er behandeld omdat er naar aanleiding van de tafels nog een motie of amendement ingediend gaat worden. Deze gaan gepaard met een debat inclusief interrupties. Voor nieuwe raadsleden zijn de tafels een stuk laagdrempeliger maar het debat is (in mijn ogen) het ‘echte werk’.”
“Persoonlijk vond ik het jammer dat ik in mijn periode als raadslid nooit heb mogen debatteren op deze manier. Dit is uiteraard (ook het) beschermen van nieuwe raadsleden, maar sommige thema’s komen niet (altijd) aan bod. Wij hadden thema’s verdeeld op woordvoerdersniveau. Dan komen sommige mensen ook vaker aan het woord.”
“Ik merk inderdaad dat het lijkt alsof fracties sommige mensen liever niet aan het woord laten in een raadsvergadering uit een soort vrees voor gezichtsverlies (wat als jouw fractielid daar iets verkeerds zegt, vastloopt, wordt afgeslacht in het debat etc.). Vandaar dat de mensen die jij in dit artikel bespreekt juist wel meer of minder spreektijd krijgen.”
“Ik wil ook wel eens lopen”
Van raadsleden kan je verwachten dat ze een volwassen verhaal houden en een mening geven. Wat moet je anders met ze? Dat men vervolgens de partij beschermt tegen uitglijders is een interne reflex.
Op Luitjes, Urbach, Kars en Louwerse kan je avond aan avond rekenen. Zij presenteren moties en dragen standpunten uit. De anderen zijn nu stil maar als het woordvoerderschap anders verdeeld wordt zou je hen ook horen. Of werkt het opleidingstraject zo langzaam dat iemand pas losgelaten wordt als het fractiebestuur besluit dat hij of zij hét kan?
Een ander zegt: “Kleine fracties moeten het werk delen, bij grotere is er toch meer hiërarchie. Vergeet ook de invloed van het coalitie-verbond niet. Coalitiepartijen zijn met gouden ketenen aan elkaar gebonden in iets wat op zijn best een verstandshuwelijk is.
De personen die het verbond sloten zijn ook degenen die met elkaar concurreren, en zij vinden dat ze de enigen zijn die kunnen inschatten hoe je met de ander omgaat.
De coalitie-generaals betreden het strijdveld met de instelling: “Dit is te belangrijk om aan een ander over te laten”. Iets meer ‘laten we kijken hoe de soldaat het oplost’ zou verfrissende inzichten en ervaringen kunnen opleveren.”
Raadsleden als stemvee, terwijl ze zijn gevraagd vanwege hun oordeel, wijsheid en invloed. Iedere twee weken dezelfde lieden achter de microfoon is saai, ook omdat er power genoeg aan tafel zit.
Deze periode hebben we te maken met een groot verloop in de Raad. Zonder onderzoek te hebben gedaan kunnen we ons voorstellen dat de lol eraf gaat als je én een drukke agenda hebt én kinderen én je moet elke veertien dagen opdraven om alleen maar je stem uit te brengen terwijl je niet kunt meewerken aan het eindresultaat.
Motivatie wordt gevoed door de eigen prestatie. Als die er niet is valt de keuze wellicht sneller uit in het nadeel van de volksvertegenwoordiging.
Nieuwe raadsleden zien uitglijden is prachtig, Ze zien groeien veel mooier.
Ontdek meer van DE ERMELOSCHE COURANT - Wij zijn Ermelo
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.