“In Yellowstone schijnt het zich na een aantal jaren gesettled te hebben en nemen populaties weer toe?” “De Veluwe is Yellowstone niet, daar is het veel groter” krijgen we als antwoord en daarmee staat de vraag waar je hem hebben wilt: hoeveel wolf kan de Veluwe aan?
De vraag stellen is makkelijker dan hem beantwoorden. In het Leuvenumse bos, op de Stakenberg en bij Staverden is de wildpopulatie de afgelopen drie jaar flink veranderd. Het gedrag van dieren ging op de schop, ze passen zich aan maar gaat dat snel genoeg?
De jager was in ons land de natuurlijke vijand van het wild geworden. Nu bepaalt de wolf de agenda en zitten jagers thuis. Toen zij nog in het bos zaten ruimden ze geschoten wild direct op. Dat doet de wolf niet en vandaar dat je andere natuur ziet ontstaan. Zeearenden, oehoe’s, raven bijvoorbeeld maar ook aaskevers. Een zeearend uit Groningen zit met een paar vleugelslagen op de Veluwe, ze vliegen snel. Een wolf legt kilometers per dag af. Oehoe’s zaten alleen in Limburg maar komen mee-eten op de Veluwe.
Afgelopen weken spraken wij boeren en jachtopzieners. Zij zien de dagelijkse verschillen.
Patronen veranderen
In Leuvenum lopen herten niet meer in het land, grote roedels hebben zich verplaatst naar veiliger oorden zoals het defensieterrein. “We zien af en toe nog herten lopen maar veel minder.”
Zwijnen liepen in familieverband, een zeug met keiler en de biggen. “Nu zie je dat vier zeugen en hun biggen samen lopen. De wolf kijkt wel uit om vier zeugen aan te pakken, die zijn niet mis.” Zwijnen krijgen ook minder biggen, dat is beter te managen in een onveilige omgeving. Intussen zijn er toch weinig van over, wat gevolgen kan hebben voor de wildstand over enkele jaren.
“Dode reekalveren halen we uit het land maar we hebben geen idee wat er nog dieper in het bos te vinden is.” Ook tussen herten en reeën houdt de wolf dus huis, het kwetsbaarst zijn de kalveren die zich doodstil verstoppen in het gras. “Voor een wolf een makkie.” Een ander zegt: “Er zijn 130.000 reeën en herten, de wolf pakt er 10.000. De wildstand moet dat kunnen hebben.”
Heeft de wildstand werkelijk tijd genoeg om ervan te leren? “Er is hier een wolvenroedel met 5 welpen, die sjouwen lekker met hun ouders mee.” In 2024 waren er 120 wolven met 55 welpen op en rond de Veluwe. Een idee bestaat dat de wolvenpopulatie in onze streken zich stabiliseert rond de 80, de rest gaat elders leven.
Geen grenzen voor een dier
Een wolf heeft geen notie van menselijke landsgrenzen. Die loopt overal en vindt een geschikte plek, of dat in de delta van Europa is of in de heuvels van het Zwarte Woud. In Nederland geboren welpen zijn teruggevonden in andere delen van het continent. Ons deel van Europa nadert intussen haar verzadigingspunt waar het ‘geschikt gebied’ betreft.
Deze gedachte gaat uit van de idee dat er natuurlijk evenwicht ontstaat. “Grote natuurclubs hebben geen idee wat we hier speelt. Wij moeten de wildstand op peil houden maar in zo’n klein gebied is dat lastig” zegt de jachtopziener op zijn beurt. Een veehouder in de buurtschap zei eerder al iedere morgen met angst in het hart te kijken of de kalveren er nog zijn.
Nuance?
Kan je genuanceerd denken over wolven in het Ermelose gebied? Ooit waren er geen ooievaars meer in Nederland. Nieuwe aanwas werd opgevangen in De Wijk bij Meppel. Voor een ooievaar is een kuiken een soortgelijke prooi als een reekalf voor de wolf. Is ons natuursysteem in het aangelegde gebied sterk genoeg om dat te overleven?
Tijdens het schrijven van dit artikel zag een veehouder vier hindes lopen in het veen langs de Oude Zwolseweg (de weg omhoog naar de Stakenberg). Zonder kalveren. Dat is niet normaal in dit jaargetijde.
Haar man rekende uit dat ze zeker 20 kilometer afrastering hebben voor bescherming van eigen dieren. “Je moet de groei er vandaan houden om te zorgen dat de draad onder spanning blijft, dat werk doe je met een bosmaaier.” Een wolf heeft weinig moeite met een draad. “Wolfwerend raster – 70 percelen over 20 km – maakt migreren en fourageren van onze andere dieren onmogelijk.”


Bovenop de Stakenberg loopt dit koppel zwijnen met forse jongen. Tegelijkertijd stond de schaapherder op dezelfde hei een keer doodsangsten uit omdat de wolf bleef terugkomen. Zijn jonge waakhonden hadden nog niet genoeg geleerd.
Wildbeheer kan er weinig aan doen. Of de natuur snel genoeg leert zien we komend najaar aan de grootte van de roedels.
Beheren?
“Uiteindelijk denk ik dat we niet zonder beheer kunnen”, zegt ze. “Als we de hertenpopulatie de afgelopen jaren niet hadden beheerd dan was de schade niet te overzien geweest.” Een boswachter vertelde eerder al dat de hertenpopulatie de afgelopen jaren te groot was. Implicerend: ook de wolf moet beheerd worden.
Een bijkomend probleem, even los van vergunningen, is dat je niet zomaar een geweer kunt pakken en de wolf kunt schieten. Haal je een top-wolf uit de populatie dan bestaat een kans op machtsstrijd en zwerfwolven. “Jongere dieren zullen geforceerd proberen zelf een territorium te vinden. Dat vergroot de kans op conflicten met andere roedel, of menselijk contact.”
Een ‘normale’ wolf gaat zulk contact direct uit de weg. Camerabeelden laten zien dat zelfs het horen van een stem ze aan het lopen brengt. Er zijn incidenten, zulke wolven zijn mogelijk door mensen benaderd. Met makkelijk voer krijg je elk dier tam immers. Voor wolven is dat niet goed. Een wolf met een steekje los zal sneuvelen, net zoals dat 70% van de nakomelingen binnen de eerste twee jaar overkomt.
De natuurgebiedpostzegeltjes in ons land waren zonder ooievaars, marters en wolven al lastig in evenwicht te krijgen. Zwijnen en herten namen in aantallen steeds harder toe, er was geen natuurlijke vijand. Die is er nu wel.
De natuurlijke vijand
“Ik denk dat Nederland te klein is voor experimenten om een natuurlijk evenwicht te krijgen. Wie of wat is de natuurlijke vijand van de wolf? Toen de bever in Nederland geherintroduceerd werd zeiden de deskundigen dat die niet voor schade of overlast zou zorgen, maar dat blijkt toch anders.”
Otters zijn aaibaarder, die populatie is gegroeid ondanks het enorme aantal verkeersslachtoffers. Er zijn weer wilde katten in Limburg, zilverreigers langs de meren en rivieren. Men zet Galloway runderen in om de invasieve exoot Reuzeberenklauw onder controle te krijgen, een voorbeeld van een soort die hier niet hoort, door mensen geintroduceerd werd en uit de hand liep. De sierlijke ooievaar behoort tot de Europese fauna en kan zichzelf inmiddels uitstekend redden. Samen met de marter, die vroeger vergiftigd werd, en de vos, die afgeschoten werd, een voorname oorzaak van de teloorgang van de weidevogel.
‘Rewilding’ heet het proces, iets meer wild worden. Het is wennen na 160 jaar zonder predatie (roofdieren die andere dieren eten). Bevers langs dijken zijn we ook niet meer gewend.
Tentoonstelling in de Schaapskooi
Een wolf staat als voorlichtingsmateriaal ten toon in de Schaapskooi aan de Postweg. Wethouder Tigchelaar, die de expositie opende, geeft aan dat objectieve voorlichting over de wolf van belang is. Voor vrijwilligers was er een lezing van natuuronderzoeker Marc Wilbers. Gegevens en data werd uitgewisseld zodat de mensen van de Schaapskooi bezoekers kunnen informeren.
We kennen de namen van gesprekspartners, we publiceren ze niet. De wolf roept emoties op immers.
Foto’s zwienties: Frans van Nus
Ontdek meer van DE ERMELOSCHE COURANT - Wij zijn Ermelo
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.