“Bestuursrust in Ermelo, dát is belangrijk” zegt Wethouder AJ Tigchelaar tijdens een gesprek over het RPW, het Regionale Programma Werklocaties waar ook het toekomstige A28-terrein in zit. We hebben het over de lijnen die uitgezet worden. “Waarom is dat RPW zo ‘groot’ ineens?”
De Provincie stelt een RPW verplicht. Ze wil dat je in je regio samenwerkt zodat er integrale keuzes gemaakt worden. Wat kan Ermelo met net 30.000 inwoners in haar eentje betekenen, wat kan Putten met 25.000? EHPZ (= Ermelo, Harderwijk, Putten, Zeewolde, de regio die sinds een paar jaar met elkaar optrekt, beleid afstemt en een factor van formaat wordt) heeft er samen 125.000. Als grotere club kom je verder.
De opdracht van de provincie om met een vierjaarlijks RPW te komen zorgt er zo voor dat er in de regio nagedacht wordt over hoe je met ruimte, verkeer, belasting en druk om gaat. “Wat past waar?” is daarin het focuspunt van wethouder Tigchelaar.
De Ermelose wethouder bedacht na het RPW zelf het LPW, het lokále programma werklocaties. Dat bestond gek genoeg nog niet. “Stel je met elkaar een regionaal programma vast, wat is dan het gevolg voor de lokale omgeving?” vroeg hij zich af. “Zullen we dat eens vormgeven?”
Daags nadat de Ermelose Raad het RPW had vastgesteld werd er in EHPZ-verband al een lijstje met initiatieven opgesteld.
“Juiste bedrijf op de juiste plek”
Afstemming is nodig volgens de wethouder. Stel dat je een food-bedrijf hebt dat denkt zich in Ermelo te moeten vestigen, terwijl er in Putten al een concentratie van zulke bedrijven is. Dan is het logischer om het bedrijf in Putten te huisvesten, scheelt in verkeersbewegingen en logistiek. Hij denkt dat niet alles op de gedroomde plek hoeft te komen om effectief te zijn.
“Zeewolde heeft de uitgifte-criteria aardig voor elkaar” zegt Tigchelaar. “Daar kunnen we van leren”.
“Kerkdennen was ooit industrie. Je ziet nu een sportschool, een onderwijsinstituut, een skicentrum.” Zij zijn er gekomen omdat ze de kans hadden maar wat willen wij er als dorp mee?” Verplaatsen van zulke bedrijven is overzichtelijker dan het verhuizen van Polskamp en “je kunt niet iedereen patsboem naar de A28 verplaatsen, zo werkt dat niet. Een garagebedrijf of een sportschool heeft op zo’n bedrijventerrein niets te zoeken.”
Onderzoek wordt gestart
“Het RPW geeft rust” vindt Tigchelaar. “Is het dan lastig dat Van Der Kolk grond gekocht heeft en zelfs al een tekening rondgestuurd heeft?” vroegen we. “Het gesprek wordt er niet makkelijker van want in een situatie van geen informatie, en daarin zitten we nu, hebben mensen hun eigen aannames.”
“Voor de A28 ligt er nog geen plan of besluit. Het enige dat we hebben is de routekaart en het RPW dat Fase 1 ervan, onderzoek, mogelijk maakt. Dat staat nu op stapel, daarin wordt uitgevraagd en gekeken naar nut en noodzaak (‘wie wil waarheen?’). Via een pilotonderzoek onder tien bedrijven controleert de gemeente vooraf of de goede vragen gesteld worden. “Komen er antwoorden waar we wat mee kunnen?” De pilot is voor de kerst klaar, het onderzoek zelf moet in april ’26 gereed zijn.
“Eenmaal uitgevoerd weten we welke ondernemers die kant op willen en tegen welke voorwaarden. Van Der Kolk kan intussen kopen wat hij wil maar dat verandert niets. Wij hebben nog geen idee, eerst maar eens zien wat de mensen zelf zeggen.”
Met de mensen doelt de wethouder ook op de inwoners van Horst en Telgt. “We weten dat de buurtbewoners vragen hebben over hun directe woonomgeving. Daar hebben we nu en ook na dit eerste onderzoek nog niet alle antwoorden op. Samen met o.a. de buurtvereniging Horst & Telgt hebben én houden we hier aandacht voor.”
RPW is een Ermelo’s document geworden
“Wij hadden het ook niet verwacht maar het RPW is uiteindelijk óns document geworden en via de lokale versie ervan, het LPW dat nu in ontwikkeling is, gaan we het toepassen in ons dorp. “Eindelijk een visie, die hadden we niet. Weten waar we willen zijn in 2050!” zegt Tigchelaar. “Wat voor gemeente zijn we dan? Hoe gaan we om met economie, energie, water, afval en hergebruik? Hoeveel inwoners, welk verkeersbeeld past daarbij? Waar pást het? Veel gaat al naar West en dat is iets om rekening mee te houden.”
Zonder visie gaat het niet
Zeewolde hanteert ‘strategisch economisch belang’ als eerste criterium, gevolgd door ‘ruimtegebruik en passende activiteit’. Het bedrijf moet lokaal gebonden zijn en passen bij het dorp maar ook lokaal en regionaal een aanvulling zijn op de lokale werkgelegenheid. In Ermelo kwam de BKE enkele jaren geleden al met een soortgelijke ‘schuifpuzzel’: verstandig omgaan met het economisch gebruik van de schaarse ruimte. De wethouder denkt deze criteria in Ermelo te kunnen toepassen.
Ontdek meer van DE ERMELOSCHE COURANT - Wij zijn Ermelo
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

