Bas De Gaay Fortman mist de Grondwet

We spraken Bas de Gaay Fortman. De oudere academicus woont samen met zijn vrouw in Ermelo in het midden van Ermelo West, op een are grond aan de Rietgansstraat. Zij kwamen er 52 jaar geleden te wonen want hij trouwde zoals hij zelf zegt uxorilocaal: bij de bruid in. Als student werd hij op het eerste gezicht verliefd op Ina van Bentum, kleindochter van de bakker die vroeger op het terrein van de Enk zat. Ze settelden in 1972 op het stukje grond waar een oud boerderijtje stond dat door de vorige eigenaar, een apotheker, was verbouwd. Hun appelbomen zijn nu ook 50 jaar oud, de uitheemse tijgerboom op de hoek van het perceel steekt de bloemen in de lucht, de uitbouw die jaren geleden aan het huis werd gezet zie je eigenlijk vanaf de weg niet. Die haag is ook 50 jaar oud en hoog genoeg.

Bas is klant bij ons dus we spreken elkaar wel eens. Hij was, and still is, atoompacifist en ooit zat hij in de Kamer als lijsttrekker voor de PPR, één van de partijen die later in Groen Links opgingen. Hoogleraar in Utrecht. Een aardige, hooggeleerde progressieve en inmiddels oude man met een mening en een visie. Tijd voor een gesprek, we namen drie gebakjes mee en kregen er een kopje rooibosthee bij voordat Ina ging bellen en wij ons terugtrokken in Bas z’n kamertje.

Bas is 85 en dat is vooral merkbaar aan zijn stabiliteit. Aan het eind van het gesprek was hij moe en bij het maken van de foto hadden we de neiging hem een handje te geven. “Ouderdom accepteren is lastig” zegt hij, “daar ben je een tijd mee bezig. Maar dan moet je tegenkracht geven”. Hij sport dagelijks in een sportschool “en in het weekend ben ik vrij”. Geestelijke tegenkracht geven doet hij ook: “Veel lezen, mensen spreken en opzoeken” maar hij merkt hij dat hij opziet tegen hindernissen, zoals een treinreis. “Ik heb dan een grote neiging in Ermelo te blijven”.

Aan het begin van ons gesprek vertelt hij hij al over zijn motto: “Er is reden tot grote dankbaarheid”. Hij heeft dit opgepikt van Boer Slot die het vroeger in de bij de Overijsselse Belterwiede regelmatig te berde bracht. Boer Slot is middels een fiks portret nog dagelijks aanwezig in huize Fortman.

Na hun huwelijk en de ingebruikname van de boerderij op de Telgterveldweg in 1971 kregen ze vijf dochters en een zoon, die het leven liet. Het enige naambordje dat nog bestaat van de Telgterveldweg siert hun bakhuis, zij kochten het perceel toen er van West nog geen sprake was en hebben destijds niet verkocht. Nu is het een enclave in een sterk verjongde buurt. De bewoners van het eerste uur verdwenen, vertrokken of verkochten, de laatste jaren zien ze om hen heen een geïntegreerde buurt ontstaan met veel jonge mensen die de oude woningen opknappen, isoleren en van dakkapellen voorzien. Ze kijken het met plezier aan. Dat maakt Bas en Ina leuk, ze zijn nog net zo progressief als in de jaren 70.

“Je moet het corvee van op reis gaan accepteren” gaat Bas door op zijn hindernissen. Tegelijk kan en kon hij zich een echt pensioen niet voorstellen. Hij heeft in 2010 afscheid genomen van zijn leerstoel maar al eerder, direct na zijn emeritaat, werkte hij onbetaald door. Bas wilde niet de positie innemen van een jongere die ervoor betaald kon worden en zo heeft hij nog jaren onbezoldigd gewerkt aan de ontwikkeling van de theorie van de Politieke Economie en de Mensenrechten. Daar zit het hart van Bas, emancipatie combineren met zelfredzaamheid en politieke stabiliteit.

De Telgterveldweg heet nu Rietgansstraat. Destijds begon Telgt over het spoor en stonden er langs wat nu de Telgterweg is een aantal niet al te beste woningen waarvan er inderdaad nog maar één of twee over zijn. Zandpaden brachten je naar achteren waar toen al dat witte boerderijtje stond. Het plezier van Bas en Ina om daar nog steeds te wonen is voelbaar. Het oude huis is krap met een gangetje en een paar kleine kamertjes, de nieuwbouw is toch ook al jaren oud maar ruimer en zoals Bas zegt “goed geïsoleerd gebouwd”. Een novum in die dagen want de jonge huisbezitters isoleren zich in die wijk nog steeds een ongeluk.

Milieu was voor Bas altijd een issue , het milieu en de atoomwapens – waar hij nog steeds op tegen is. “Als een conflict zo uit de hand loopt dat je er atoomwapens bij gaat inzetten dan ben ik weg” had hij tegen zijn toenmalige collega-officieren gezegd. En dat werd geaccepteerd binnen Defensie. Fortman moest in dienst en kwam in Ermelo terecht, bij de Stoottroepen. Atoompacifist was en is hij maar defensie zelf is oké vindt hij, hij is geen die-hard pacifist. Hij heeft kameraden over gehouden aan zijn diensttijd, geleerd hoe mensen uit een ander milieu leven en hoe je samen verder komt. En “als je wilt afschrikken moet je je zaakjes voor elkaar hebben”.

Toen hij gevraagd werd voor de PPR woonde hij net vier jaar in Zambia en hij was zeker niet van plan om daar te vertrekken. Maar de partij vroeg en hij kwam terug. Voor hen die niet meer weten: de PPR was eigenlijk een reactie op de komst van het CDA, de samenvoeging van ARP, KVP en CHU, en daarin was de ARP gereformeerd, de KVP katholiek en het CHU wat zwaarder. ‘De PPR was begonnen met het imago van een katholieke wegloopclub’, zegt Bas, ‘maar werd een voorhoedepartij met de vier speerpunten vredespolitiek, ook economische democratie, milieu boven productie en consumptie en welzijn boven welvaart.’ Even later: “Je kunt je toch niet meer voorstellen dat je nu je nieuwe partij Politieke Partij Radicalen noemt.” De PPR ging op in Groen Links, waarvan hij nog steeds lid is.

Tijdens ons gesprek kwam de uitslag van het referendum onder de leden van PvdA en GroenLinks binnen, er komt een gezamenlijke lijst: “We mogen elkaar feliciteren!” Tegelijk zegt hij “Het moet hier niet bij blijven, we moeten door, er nieuwe partij van maken. We moeten meer zijn dan alleen ‘Verenigd Links’. Een nieuwe start maken met Groen Progressief Nederland, niet alleen fuseren maar de fusie als nieuwe start zien. Je moet je structuren omver durven gooien. We zitten in de afronding van de verzuiling, het CDA is daarin blijven steken, de PvdA gaat nu op in de linkse samenwerking en dat heeft consequenties die je als progressieve partij moet oppakken.” Verandering is wel degelijk de weg.

In Ermelo ziet hij het ook, de kerken veranderen van rol. “De Oude Kerk is niet meer die van vroeger, de Zendingskerk evenmin en de Westerkerk is onherkenbaar. Kerken zijn geen logische verzamelplaatsen meer, iedereen moet zich her-ijken” en dat geldt ook voor de politiek

Een vast punt in de verhalen van Fortman is de Grondwet. “We doen er niet genoeg mee maar het is wel bepalend.” Hij vraagt zich af hoeveel mensen weten wat er in de Grondwet staat. “De toeslagenaffaire had nooit moeten ontstaan want in de Grondwet staat dat de overheid moet zorgen voor bestaanszekerheid”. Hij heeft er zich over verbaasd dat in Groningen niemand de Grondwet heeft aangehaald bij de oplossing van die problemen. met  In artikel 21 van de Grondwet staat ‘De overheid draagt zorg voor de bewoonbaarheid van het land en de bescherming en verbetering van het milieu..’

“Omtzicht haalt de Grondwet er vaak bij”, constateert hij maar verder ziet hij het weinig en hij vertelt vervolgens het verhaal dat je in de Kamer onderweg naar het spreekgestoelte de originele Grondwet ziet staan. Daar moet je langs.

“Ook Raadsleden, hoe zit dat? Tomassen Duck-To heeft lak aan de rechtsorde en daar komen ze mee weg?”. “Weten we wel wat er in de Grondwet staat? Dat iedereen in Nederland in gelijke gevallen gelijk behandeld wordt.” Hij noemt een handvol onderwerpen die, als de Grondwet erbij genomen was, allang opgelost waren geweest.

De Grondwet van Thorbecke uit 1848 is een historisch fenomeen, Thorbecke heeft zover vooruit gedacht dat na al die jaren de Grondwet nog steeds valide is. “Daarom worden rechters in Nederland niet benoemd door het parlement. Zodra je dat gaat doen worden rechters politiek, kijk maar wat er in Amerika gebeurt. Bas constateert droogjes dat hij niet het idee heeft dat de Grondwet tegenwoordig bij iedereen in veilige handen is maar de zekerheden die Thorbecke heeft ingebouwd zorgen voor een democratisch proces. Een proces dat werkt tot je geen democratie meer bent.

In september gaat Bas op verzoek van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) in de Heerlijckheid van Ermelo een workshop geven over de Grondwet. “De Grondwet hebben we nu 175 jaar. Gaat Ermelo het vieren? Gaan we er iets mee doen, zijn burgemeester en wethouders zich bewust van het belang van de Grondwet en pakken ze dat op in de vorm van een herdenking?”

We praten door over de politiek van vandaag. Met 20 zetels in extreme hoeken wordt het lastig een meerderheid te vormen. “Een extra-parlementair kabinet kan het worden” denkt hij.

Een dergelijk kabinet werkt niet met een dichtgetimmerd regeerakkoord, maar heeft een veel beknopter regeringsprogramma waarin het voorgenomen beleid van het kabinet slechts op hoofdlijnen wordt geschetst. De partijen die deelnemen aan zo’n kabinet leggen, anders bij een regulier kabinet, dus niet exact vast wat er allemaal precies gaat gebeuren.

Ga je tellen dan is dit inderdaad een optie.

Over de Minister-President: “We doen wel alsof het normaal is dat de grootste partij de minister-president levert maar dat was niet altijd zo en staatsrechtelijk is het zeker geen logische optie. Biesheuvel werd premier vanuit een fractie van 15 mensen, er was simpelweg niemand beter dan hij”. “Zoeken naar de meest deskundige mens op die positie zijn we de afgelopen jaren vergeten te doen.” Hij prijst daarin Caroline van der Plas (BBB). “Ze zegt dat ze er niet geschikt voor is, Nederland kan ze wel aan maar het buitenland niet. Die bescheidenheid siert haar.”

Bas was bevriend met zijn vader, ARP politicus Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman, de man die in de 60-er en 70-er jaren in de melk te brokkelen had. “We verschilden op een aantal punten van mening. Hij was op punten strakker in de rechtshandhaving, iets dat ik op mijn leeftijd zeer ben gaan waarderen”. Als je het recht loslaat is iedereen kansloos lijkt hij te zeggen.

Bas en Ina zijn blij en zijn tegenkracht zorgt ervoor dat hij nog steeds wat te melden heeft. Geen oudemannengedoe van vroeger was het beter maar de sprong vooruit, naar een onzekere maar altijd betere toekomst. “Campagnetijd, ik vond het mooi” zegt-ie als we buiten staan. “Samen mooie dingen bedenken en die uitvoeren. We zochten de lokale kranten op en gingen op het station dan het Milieu-spel spelen. We vroegen de omroeper of hij wilde zeggen dat er telefoon was voor Bas De Gaay Fortman in de Stationsrestauratie”.

Hij is wel klaar met ons maar we staan nog een kwartiertje te praten. In Ermelo is hij zo autochtoon als je maar kunt zijn, met Ina gaat hij nog generaties verder terug. Tegelijk is zijn horizon breed en zijn aandacht zo ruim dat anderhalf uur praten nog lang niet genoeg is. De man is een vat vol kennis dat dagelijks in praktijk gebracht wordt binnen een netwerk dat zijns gelijk niet kent.