Het einde van de vrijgemaakten

Een persoonlijke observatie bij de fusie van de vrijgemaakten en de NGK


Maandag zat ik bij m’n pa. “Is jouw kerk niet aan het fuseren binnenkort?” “Ja, vandaag” was het antwoord.

Het zat me niet echt in het hoofd, ik ben al zo lang van de vrijgemaakten af dat hun jaartelling de mijne niet is maar een mens pikt blijkbaar iets op. Tegelijkertijd: eens vrijgemaakt, altijd vrijgemaakt. We herkennen elkaar immers? Aan lichaamshouding, aan taal, aan de manier waarop schouders naar voren staan, aan de stand van de voeten, ik heb geen idee hoe het werkt maar in Ermelo weet ik het feilloos, en de anderen ook.

Vrijgemaaktigheid was geen vreugde voor mij. In een artikel in Trouw schreef Stevo Akkerman dat hij het een beproeving gevonden heeft erin op te groeien. Dát zinnetje was de aanleiding voor dit stukje. Op mijn 25e stapte ik er pas uit, want ondanks dat ik al op mijn 5e wist dat dat ik er niets mee had, het sociale systeem zat zo in elkaar dat je bij vertrek ongeveer opnieuw kan beginnen – want ze lieten je donderen.

Het is ook een raar ding dat iets dat “waar” is, die enige ware kerk immers, na 80 jaar blijkt te kunnen verdampen. Zo waar is waar niet. Wist ik, maar het hoekje in mijn hersenen waar die waarheid ingestampt is blijft zelfs na al die jaren onverstoorbaar vinden van wél.

Trouw schrijft dan op: “Een wonder, de enige ware kerk schudde haar exclusieve veren af”.

Opgroeiend in de Rotterdamse Bible Belt ving de kerkdienst aan om 8:15u sharp. School had ik aan de overkant maar in de tweede moest ik opeens naar Capelle fietsen want daar was een GKv school gesticht. Had ik aan de overkant net een ballpoint, daar nog een kroontjespen.

Middelbare school aan de Meindert Hobbemalaan en vervolgens, op straffe van geen handtekening voor een beurs, de GSA. Mijn opleiding was uitstekend, heb er veel aan en zie nog steeds vrienden van al die scholen. Enorm veel lol gehad maar my god, de druk. Kerkgeschiedenis als vak van een ds. van de Riet die de historie zo verbouwde dat hij altijd gelijk had. De verplichting om te vinden wat zij vonden, te doen wat zij zeiden en de autoriteit waarmee ze het in je ramden. Ik ben daar niet zo goed in, ik wilde op zondag liever naar het Popfestival Kralingen, waar we langsreden op weg naar de Paulus Potterstraatkerk, en heb ook in het vervolg een broertje dood aan mensen die over me heen leunen.

In Trouw wordt iemand geciteerd die bij de fusie betrokken is: “Een ding is zeker, het had allemaal niets met het evangelie, de kerk en de zaak van Christus te maken. De oogst van jarenlang zaaien van wantrouwen en hersenspoelen is verschrikkelijk”. Niet slecht geformuleerd, alleen daarom al een wonder dat mensen in een god geloven, mij heeft het nooit bereikt.

Gek hè, dat je bij het opheffen van die kerk dan toch een beetje beteuterd staat te kijken.

Antropologisch sociologisch fenomeen met daadkracht

Antropologisch en sociologisch gezien was de Vrijgemaakte Kerk een bijzonderheid. In heel korte tijd zagen ze kans een communis opinio in het leven te roepen, daar structuren op te bouwen en fysiek te laten groeien tot een omheining aan instanties die je omhelsden, omarmden, voor je dachten en, afhankelijk wie je was, verstikten. Tot de dood erop volgde, en zelfs dat gebeurde in de Wijngaard. Alles in eigen kring, gericht op een sociaal construct dat voor mij niet met een god te maken had maar wél een way of life realiseerde. Helaas op basis van macht en kracht, en intimidatie als het niet anders kon. Als je van systeemdenken houdt een geslaagd experiment.

Aleid Schilder schreef er over toen ik op de GSA zat, dat heeft mij toen geholpen. Ze gebruikte woorden die ik herkende en had de ervaringen die ik ook had, ik werd er alleen niet depressief van. Wel opstandig. En soms beschadigd. Een oude vriend die bij me op school zat en later GKv-predikant werd sprak nooit meer met me nadat ik wegstapte. Maar that’s oke, hij is een sukkel en ‘t doet verder geen pijn, al vergeet ik het niet. Mijn kerkgevoel zat daarom, dacht ik, vooral in zulke types en zo deed die kerk me niet veel.

Daarom is het gek dat het opheffen ervan na een paar dagen toch tot onrust leidt. Ik ben blijkbaar toch niet van mezelf, maar een tot de dood ons scheidt lid van die kerk. Of gehersenspoeld. Dat kan natuurlijk ook.

Aan die kerk als sociaal construct herkennen we elkaar nog steeds. Daarom is dit een rare week want de moederkerk is weg.

Mooi dat er geen vrijgemaakten art. 31 meer bij komen, voor het geestelijk welzijn van velen een zegen. Voor ons die er wel van waren, we weten de bochten te omzeilen en herkennen de prikkels maar hoeven er al jaren niets mee te doen. Tot we er weer eentje op straat zien lopen.